header2
1. VOORGESLACHT
Opa - die ik verder met zijn roepnaam Theo zal noemen - werd geboren op 2 januari 1891 in Hilversum. Dat was de standplaats van zijn vader, Johannes Gijsbertus, machinst bij de "Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij", één van de voorlopers van de NS. Johannes G. werd in 1862 geboren in Leiden als zoon van Petrus van Beijeren B&H en Machteld Kortekaas; MachteltKortekaas1828van hen zijn PetrusJCvBBH 1827 prachtige porttretten bewaard gebleven uit de begintijd van de fotografie, afgedrukt op dik karton. Dat zijn zo'n beetje de oudste foto's uit het familiearchief. Voor de verdere stamboomgegevens kun je bij het menu "Genealogie" terecht.
 
Theo's moeder was Catharina Duivestijn, CathSanten1794 PetrusDuivestijn1798 geboren in 1866 te Leiderdorp als dochter van Theodorus A. Duivestijn en Geertruida J. Wijsman. Van hen bezit ik geen foto's. Van de ouders van Theo Duivestijn (de overgrootouders dus van "onze" opa Theo) zijn wel mooie foto's bewaard gebleven; hun namen zijn Petrus Duivestijn en Catharina van Santen. Ook wat hun betreft verwijs ik verder naar de Genealogie van de fam. van Beijeren.Het is wel bijzonder om van een aantal (over-)grootouders van Theo een 19e eeuws fotoportret te hebben! En de namen van de (over-)grootouders komen ook weer in het nageslacht van Theo terug, zoals je zult zien. Een aardig document is een brief, die Theo in 1941 ontving van een neef; die beantwoordt een aantal vragen over familiegegevens. Leuk detail in die brief is de verklaring over één van zijn schoondochters: "Bij de jongste zoon kom ik niet thuis want zijn vrouw erken ik niet als schoondochter, die deugt niet"...
 
JGvBBHTheo's vader was, zoals al vermeld, machinist bij de Spoorwegen. Eerst begon hij als leerling in 1893, toen hij 31 jaar oud was. Hij behaalde het machinsten-diploma in 1895. Zijn standplaatsen waren Hilversum, Amersfoort en Enschede, waar hij met pensioen ging in 1921. Startte hij als leerling met het salaris van Fl 1,75 per dag, zijn pensioen bedroeg Fl 1066,69 per jaar. Zoals uit de pensioenpapieren blijkt, was het bedrijf waarin hij begonnen was inmiddels overgegaan in de NS (1917). Waar hij verder nog gewoond heeft is niet helemaal te achterhalen; in ieder geval een tijdlang in Maastricht en in Haarlem. Hij overleed uiteindelijk in Enschede.