WIEBE KRAAK
In Noord-Holland komt de naam Crack/Creack voor in documenten over huizen in de Warmoesstraat te Amsterdam. Zo wordt in 1424 ene Jan Jacobsz Crack vermeld en in 1516 Jasper Craeck; de derde Craeck die genoemd wordt (1561) is Jan Jacobsz Craeck, "schuytemacker" en eigenaar of bewoner van Warmoesstraat 59.
Maar uit deze gegevens is moeilijk een genealogie op te stellen, omdat de verbanden niet zijn aan te geven.
In 1769 wordt te Akersloot ene Arie Kraak geboren als zoon van Gerrit Hendrikszn. Kraakman en Duifje Wouters. Dit geslacht zette zich voort onder de familienaam Kraak en bevindt zich in de omgeving van Haarlem en Alkmaar.
De tak waaruit ons geslacht voortkomt is niet te herleiden tot de Craecken in de Warmoesstraat en evenmin is er een verband te leggen met de tak uit Akersloot. De "Wiebertjes", zoals onze tak in de wandeling wordt aangeduid, is voornamelijk in Noord-Holland te vinden. De eerste gegevens betreffen ene Jan Wiebesz. Kraak, geboren circa 1696. De namen van zijn zusters Antje Wiebes en Maritje Wiebes Kraak geven aanleiding om hun vader Wiebe Kraak als stamvader aan te merken.
We vinden dit geslacht in de eerste generaties in Hoorn en Medemblik, en na 1830 ook in Den Helder en Amsterdam. Verschillende familieleden zijn werkzaam als scheepstimmerman. Later vinden we ook de in Den Helder werkzame vissersfamilie Kraak aan, waarmee wij verwant zijn: Jan Kraak was het immers die samen met zijn broer Piet Kraak aan de wieg heeft gestaan van een bloeiend bedrijf.
Aardig is ook te vermelden, dat de ooit beroemde keeper van het Nederlands Elftal, Piet Kraak, uit het geslacht van Wiebe Kraak is voortgekomen.
De foto is van Jan Kraak (geb. 1850 te Wieringen)