Gastblog Sippie

Artikel AD 8 nov 2017

Onze schoondochter Sippie (partner van Gerard) werd gevraagd een stukje te schrijven voor het AD over klassieke muziek (“Ontdek klassieke concerten”). Van haar mooie artikel werd slechts een klein gedeelte geplaatst. Maar omdat ik het een goed verhaal vond, heb ik haar gevraagd of ik het als ‘gastblog’ mocht plaatsen. En dat mocht! Dus hieronder haar verhaal. Met mijn dank natuurlijk.

Ik loop vanuit de stad met mijn partner naar huis. “Ik moet nog even een stukje schrijven” zeg ik. “Over vooroordelen over klassieke muziek.” “Klassieke muziek duurt heel lang” zegt hij. Ik vraag hem of hij dat een vooroordeel vindt. “Nee, dat is gewoon zo”. We barsten allebei in lachen uit. Ik moet zeggen; soms is het ook wel zo. De Matthäus is best een zit maar, zo zijn we ook beide eens, als we ons laten meeslepen door de muziek worden we echt gegrepen. Ook de 31e keer.

Sippie Broersma

Ik herinner me een moment dat we met zijn tweeën in de auto zitten naar een concert in Rotterdam. Op de radio draait het Brahms Requiem. We brullen luidkeels mee. “Hölle, wo ist dein Sieg!!!” Bij beide lopen de tranen over de wangen. Hoe kan iemand zulke mooie muziek schrijven en hoe kan iemand dit niet mooi vinden? Ik zou iedereen willen overtuigen van de schoonheid van klassieke muziek. Ik weet zeker dat er voor iedereen iets bij is. Behalve voor die 1 procent die überhaupt niet van muziek houdt. Ik maak vaak de vergelijking met de popmuziek. De een houdt van Justin Bieber, de ander van Hazes, weer een ander van Metallica. Zo is het in de klassieke muziek ook, de een houdt van Bach, de ander van Vivaldi en weer een ander luistert het liefst naar Rachmaninov. Sommige stukken vindt bijna iedereen mooi. Bohemian Rhapsody van Queen of Back to Black van Amy Winehouse, omdat het gewoon simpelweg zo goed is. Een paar jaar geleden had een koffiemerk een prachtig muziekje op de achtergrond. Twitter barst los: “wooooow, wat is dat voor muziek?” Ja, Mozart pianoconcert dus. Oók altijd leuk aan de bar: “Die muziek van de film Amadeus, ken je dat? Zo mooi vind ik dat!” Mozart Requiem. Niet zo heel lang.

Erbarme dich uit de Matthäus Passion (van Bach dus). Ik hoorde het voor het eerst toen ik 7 was, in een totaal ‘onverantwoorde’ versie van Thijs van Leer op de dwarsfluit en het ging me door merg en been. Het Erbarme dich is de zit alleen al waard. De eerste persoon die dat niet mooi vindt moet ik nog ontmoeten.

Weer de vergelijking met een popconcert. Je komt binnen en ze spelen een te gek nummer. Daarna spelen ze een paar nummers van hun nieuwe CD, die je nog niet zo goed kent en eigenlijk ook niet zo leuk vindt, maar dan komt het nummer wat je altijd zo raakt, waarom je in eerste instantie dat kaartje hebt gekocht. Kippenvel.

Christelijk? Om nog even terug te komen op de vooroordelen. Ik ben niet gelovig, maar als je probeert de universele waarden in de teksten te vinden, zijn het de meest prachtige verhalen. Liefde, verdriet, verraad, woede, pijn, verlies, schoonheid, natuur, het zit er allemaal in. Vooral Bach, die zijn muziek op Duitse teksten zette, zodat het publiek het kon meebeleven, is hier een meester in, want je zal maar de moeder van Breivik zijn, of van Judas. Je zal maar tot de realisatie komen dat je je beste vriend tot drie keer toe ontkend hebt: “nee hoor, Jezus, die ken ik niet”.

Mijn vrienden uit de kroeg vragen me vaak: “maar het is in de kerk, moeten we dan niet gelovig zijn?” of “moeten we dan ook bidden?”
Nee!
Je hoeft niet gelovig te zijn, te bidden, slim te zijn, niet oud, niet rijk, op GroenLinks te stemmen, je hoeft geen bontjas aan en als je nou niet weet waar je moet klappen: bij de Matthäus klap je voor de zekerheid niet en verder klap je wat mij betreft maar lekker waar je zelf wilt, en zit er iemand in een bontjas naast je te puffen en te zuchten dat je nu net op het verkeerde moment geklapt hebt dan denk je aan mij, ik sta bij Leusink in het koor en ik ben blij dat je er bent!

Geplaatst in Uncategorized | 1 reactie

DNA en Einstein

Vorige week stonden in dezelfde krant (ons vertrouwde ochtendblad Trouw) twee berichten die bij mij bleven hangen. Het eerste was een verhaal over een nieuwe stap in het onderzoek om genetische ziekten te bestrijden door een lettertje te veranderen in het DNA. Waar een G staat in plaats van een A kunnen de wetenschappers nu de zaak repareren door het verkeerde lettertje uit te gummen en er het juiste voor in de plaats te zetten.
Ik ben vol bewondering voor mensen die zulke zaken kunnen uitzoeken en vervolgens de reparatie kunnen uitvoeren. Alhoewel het je ook aan het denken zet: als het over erfelijke ziektes gaat, dan is het prachtig als mensen voor veel narigheid behoed kunnen worden met een dergelijke reparatie in hun DNA. Maar waar liggen de grenzen als je gaat knutselen aan de erfelijke aanleg? Moet je ook gaan corrigeren – als dat mogelijk zou zijn, wat ik niet uitsluit voor  de toekomst) als het gaat om bijvoorbeeld een aanleg voor neerslachtigheid, of een gebrek aan technische aanleg, of verzin maar wat? En wat te denken van het stadium waarin men ‘domheid’ te lijf kan gaan met een kleine verandering in het DNA? Zouden er over een aantal jaren alleen nog maar heel intelligente mensen zijn, goudeerlijk, uiterst bereidwillig en invoelend, of wat we maar aan goede eigenschappen kunnen bedenken? Dat schetst een ideaalbeeld dat ongetwijfeld voordelen zou kunnen hebben (bijvoorbeeld wanneer men de aanleg om oorlogszuchtig te zijn of agressief onder de knie zou krijgen), maar tegelijk doemt het visioen op van een wereld met alleen maar rondwandelende eenheidsworstjes.

Het andere bericht ging over een paar notitievelletjes van Einstein. Een heel gewone tekst als : “Waar een wil is, is ook een weg” (dat velletje kost ‘maar’ 250.000 dollar…), maar ook diepzinniger gedachten, zoals:  “Een kalm, bescheiden leven verschaft meer geluk dan een succesvol bestaan vol ambitie, dat gepaard gaat met aanhoudende onrust.”  (De notitie van deze gedachte leverde anderhalf miljoen op).
Deze twee notitievelletjes gaf hij aan een hotelbediende, omdat hij even geen kleingeld bij zich had, met de opmerking: “Als je geluk hebt, worden deze nog veel meer waard dan een gewone fooi.” Zo ging het inderdaad, al is het niet zo dat de hotelbediende zelf dit bedrag ooit ontvangen heeft.

Beide berichten kwamen samen in de herinnering aan een anekdote die ik eens gehoord heb over Einstein. Een knappe filmster zei ooit tegen hem: “Wat zou het geweldig zijn als u en ik een kind zouden krijgen. Stel u voor: uw verstand en mijn uiterlijk!” Waarop Einstein reageerde: “Lieve mevrouw, hebt u er wel over nagedacht dat het ook andersom zou kunnen uitpakken?”

DNA laat zich misschien een beetje repareren, maar wanneer in een kind twee versies zich met elkaar vermengen, weet je nooit van te voren hoe dat gaat uitpakken…

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Leraren

Gister staakten de leraren van het basisonderwijs. Met recht, naar mijn mening. Hun eisen zijn voluit gerechtvaardigd!
In de uitzending van Pauw op de avond aan de staking voorafgaand, hield Dolf Jansen een vurig pleidooi voor de leraren en presentator Tim den Besten werd geconfronteerd met een juf van zijn basisschool waaraan hij dierbare herinneringen bewaarde. Het werd een hilarische ontmoeting. Terug te zien op YouTube als je zoekt op Tim den Besten en juf Monica.
Het deed mij terugdenken aan al die leraren die mij in mijn jeugd en daarna hebben gevormd en met wie ik terugdenk met respect en dankbaarheid. Hoewel dat ook weer niet voor elke meester of juf geldt. Zo kwam ik in de eerste klas van de lagere school (van groepen en basisscholen hadden we toen nog nooit gehoord) terecht bij juf Tinga, wie wie mijn vader overigens ook nog in de klas had gezeten. Een juf van het “oude stempel”, of liever: het oude liniaaltje. Als je iets had gedaan wat bij haar niet door de beugel kon, mocht je je hand ophouden en kreeg je een mep op de binnenkant van je hand met een liniaaltje, zo’n vierkant gevormd ding (blokliniaaltje) dat behoorlijk hard aankwam. Maar gelukkig waren er ook andere juffen en meesters aan wie ik uitstekende herinneringen bewaar. Bijvoorbeeld meester Algra, die het zingen in de klas begeleidde op zijn gitaar. Elke keer weer een feestje! En meester Bergstra, die elke schooldag beëindigde met een deel van een door hemzelf verzonnen vervolgverhaal over de Boerenoorlog in Zuid Afrika. Heel spannend.
Op het gymnasium waren er ook favoriete leraren, zoals meneer Balt die prachtige anekdotes kon vertellen over zijn eigen school- en diensttijd. Waar hij zelf overigens het hardst om moest lachen. En meneer Geersing, docent oude talen, die bekend stond om zijn rake en heel humoristische uitspraken. Een verzameling daarvan (aangelegd tijdens de lessen door mijn neef Jurjen Postma) heb ik maar even in een aparte afdeling geplaatst. Voor de liefhebbers. Ook meneer Tiggelaar was een man van wie ik veel geleerd heb. Hij gaf wiskunde, niet mijn meest geliefde vak, maar hij leerde ons tegelijk om heel nauwkeurig te formuleren en om logisch na te denken. Daar heb ik altijd veel aan gehad. Als hij jarig was, trakteerde hij ons op zijn favoriete snoepgoed: rumbonen. Met de waarschuwing: “Daar moet je niet teveel van tegelijk eten; hoewel: elke dag dronken is ook een regelmatig leven natuurlijk”…
Ook tijdens de studie Theologie waren er (hoog)leraren die je iets meegaven waar je altijd wat aan hebt gehad. Professoren als Rothuizen met zijn geniale invallen, Bakker (“geloven kan alleen maar vragenderwijs; het komt niet aan op de juiste antwoorden, maar op de juiste vragen”) en Ridderbos (over sommige theologen die hij op college behandelde: “Het is interessant wat hij zegt, maar je moet er natuurlijk niets van geloven”).En hoewel het natuurlijk geen echte leraren zijn, heb ik ook veel geleerd van collega’s, van schrijvers (theologie, maar dat bepaald niet alleen!), van familieleden en vrienden.

En eigenlijk leer ik nog steeds van mensen. Permanente educatie, zou je kunnen zeggen.
Maar een belangrijke  basis werd gelegd op de lagere school. Daar spelen zich misschien wel de meeste vormende jaren van je leven af.
Belangrijk dus, dat ons dat weer eens door de leraren zelf onder de aandacht werd gebracht.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Carrièreswitch

Afgelopen zondag was ik aanwezig bij het afscheid van een collega. Hij beëindigde zijn periode in de gemeente – nee, niet vanwege emeritaat (=pensioen, zeg maar) of vanwege vertrek naar een andere gemeente, maar omdat hij op 63 jarige leeftijd heeft besloten om een grote passie van hem alle ruimte te geven: sterrenkunde studeren!
Die wens laat hij met ingang van het komend collegejaar in vervulling gaan.
Na de dienst waren er toespraken met veel waarderende woorden voor zijn inbreng in het gemeentewerk, maar zeker ook in het boven-plaatselijk werk binnen de kerk. Zeer terecht allemaal.
Na de dienst was er koffie en had ik de gelegenheid nog een tijdje met hem te spreken. Het ging onder meer over de mogelijkheid om in onze regio de sterrenhemel te bestuderen zonder de lichtvervuiling van de steden, zoals die in het Westen voorkomt. Hij vertelde dat je, als je 7 sterren van de Kleine Beer kon zien het mooi sterrekijkweer was. Ik reageerde quasi-deskundig met de opmerking, dat dat het enige sterrenbeeld was dat ik kon herkennen. Ik viel meteen door de mand: “Nee, Theo, dat zal de Grote Beer zijn…”

Ik vroeg hem of er meer mensen van zijn leeftijd waren die in de collegebanken plaats gingen nemen. Hij vertelde van de voorlichtingsdag voor de studie Sterrenkunde; er zaten  inderdaad heel veel mensen van zijn leeftijd, maar dat bleken de ouders te zijn van de aankomende studenten. Na afloop van het kennismakingscollege mochten de a.s. studenten mee naar de sterrenkijker van de faculteit. Omdat mijn collega zelf een geavanceerde sterrenkijker bezit, liet hij dat aan zich voorbijgaan. Waarop een van de ouders hem vroeg of hij ook een zoon of dochter had die sterrenkunde ging studeren. Nou nee…
Vermoedelijk zal hij, met zijn rijzige, aartsvaderlijke gestalte en grijze baard wel afsteken bij alle 18- en 19 jarigen in de collegebanken.

In een van de afscheidstoespraakjes na de dienst meldde de spreker, dat hij de horoscoop in de Libelle had geraadpleegd. Daaruit bleek, dat de sterren vertelden dat wie een nieuwe stap ondernam, een glanzende carrière tegemoet zou gaan. Jammer is alleen, dat als mijn collega zijn studie beëindigd zal hebben, voor hem meteen de pensioengerechtigde leeftijd is aangebroken. Maar wie weet wat er nog voor hem in het vat zit…
Voor mij was hij al een “Wijze uit het Westen”. En deze studie zal daar zeker nog het nodige aan toevoegen.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Diefstal

Onlangs hebben we nieuwe fietsen aangeschaft. Zoals dat gaat met iets nieuws, wil je er zeker van zijn dat het niet gestolen wordt. En mocht dat toch het geval zijn, dat je het verzekerd hebt. Dus hebben we zowel goede sloten en een stevig kabelslot aangeschaft en voor ze zekerheid ook een verzekering tegen diefstal afgesloten.
Het is me ooit één keer gebeurd dat mijn fiets gestolen werd. Die stond bij de kerk gestald tijdens een vergadering. Toen ik na afloop naar buiten kwam, bleek mijn fiets er niet meer te staan. Eerst vraag je je af of je hem niet ergens anders had neergezet. Daarna of je toch niet met de auto was gekomen. Maar als alle mogelijkheden uitgesloten zijn moet je je er wel bij neerleggen dat er sprake is van diefstal.
Dat is in een dorp iets anders dan in een stad. Jongeren zijn er daar aardig aan gewend. Zelfs al heb je je fiets driedubbel op slot staan en is de fiets eigenlijk niets meer waard – in de stad blijft het roofgoed. Een oud grapje is, dat één van de eerste vragen bij aangifte van diefstal van je fiets is: “Waar heb je het rijwiel zelf gestolen?”
Van de diefstal van mijn fiets heb ik geen aangifte gedaan; het leek me de moeite niet waard. Het enige dat ik me er nog van herinner is, dat ik kwaad was. Nog niet eens zozeer omdat mijn fiets weg was, maar meer nog omdat ik naar huis moest lopen…
Een bizar geval van diefstal overkwam me in de stad Utrecht. We fietsten daar wat rond en gingen een kopje koffie drinken. Omdat we het zicht hadden op onze fietsen, gestald op een brug, had ik het kabelslot maar achterwege gelaten; dat zat onder de snelbinders, compleet met sleuteltje erin. Toen we weer zouden wegrijden bleek de fiets er nog wel te staan – maar het slot was gestolen! Meestal is het andersom.
Overigens doet me het stelen van een fiets bij de kerk denken aan een ander (oud) grapje. Na afloop van een dienst van de Pinkstergemeente riep een man uit: “Ik kan weer lopen!”.  Een mede Pinksterbroeder zei: “Halleluja, broeder! Hoe is dat wonder geschied? “Waarop de man antwoordde: “Niks wonder… Ze hebben m’n fiets gejat!”

Wij hopen voorlopig zonder narigheid te kunnen genieten van onze nieuwe fietsen.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Abendfriede

Na enkele weken aan de Noordzeekust te hebben genoten van het prachtige zomerweer eindelijk maar weer eens een berichtje op het blog. We hebben als familie een heftige en verdrietige tijd achter de rug. Op 11 april overleed na een tijd van veel zorg onze moeder Janny van Beijeren Bergen en Henegouwen-Kraak. Ze werd 86 jaar oud. We zagen het einde al een tijdje aankomen, dus het overrompelde ons niet. Naast het gemis is er ook het gevoel van dankbaarheid; het was goed zo.
Gelukkig kon onze broer Jan bij het afscheid aanwezig zijn, ondanks het feit dat zijn ziekte hem behoorlijk had verzwakt. Normaal gesproken zou hij de dienst hebben begeleid, maar dat ging niet meer. We draaiden in plaats daarvan voor, na en tijdens de dienst enkele opnames van werken die hij op ‘zijn’ orgel in de Martinikerk te Franeker had gespeeld.
Twee weken na het overlijden van onze moeder overleed Jan, op 64 jarige leeftijd. Dat we ook van hem zo snel al afscheid moesten nemen was verdrietig. In de dankdienst voor zijn leven luisterden we eveneens naar enkele werken die hij zelf op het ‘Van Dam orgel’ had gespeeld.
Uit de reacties en ook herdenkingsartikelen werd duidelijk dat hij als organist werd gewaardeerd. Zelf heb ik vele malen mogen genieten van zijn concerten in de zomertijd. Dat zal ik missen. Gelukkig heb ik veel opnames van concerten die hij in de afgelopen jaren heeft gegeven.
Hierbij een werk dat hij aan het slot van het concert in 2014 speelde: “Abendfriede” van J.G. Rheinberger. In de programmatoelichting motiveerde hij deze keuze als volgt: “Het kan worden gezien als een moment van bezinning rond de ellende in de wereld (o.a. Oekraine, Afrika, Syrië, Israël/Gaza) en de gevolgen daarvan voor de slachtoffers en nabestaanden, waar dan ook.”
Passend dus ook voor ons, als nabestaanden van onze moeder en van Jan zelf…

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Bouwe Dijkstra

Een markant man is van ons heengegaan: Bouwe Dijkstra. Zondag 19 maart is hij overleden. We wisten al een tijdlang dat het eraan zat te komen; hij was al geruime tijd ziek. Nog niet zo lang geleden ontmoetten we elkaar voor het laatst tijdens een concert in de Oosterpoort van het Kings College Choir. Wij zaten vrij hoog in het “amfi”, en hij kwam langzaam naar boven lopen. Waar hij maar kon bleef hij even staan om een babbeltje te maken met een bekende. Bijna bovenaan zag hij ons zitten. “Het gaat niet zo gemakkelijk meer”, zei hij; “weinig lucht”. We praatten nog even door over deze fase in zijn leven. Hij vertelde dat hij onlangs nog een concert had gedirigeerd met een van ‘zijn’  jongenskoren. Hij had zich gerealiseerd dat het wel eens zijn laatste concert zou kunnen zijn geweest als dirigent, en dat had hem ontroerd. ‘Heb jij dat nou ook, dat je sneller geëmotioneerd raakt?’ Ik bekende dat dat wel een kwaaltje is bij het ouder worden: je wordt wat slapper op de zakdoek.
Met plezier denk ik terug aan de tijd dat we rond kerst en op andere momenten concerten bijwoonden van het Roder Jongenskoor onder leiding van Bouwe. Altijd weer een feest! Bouwe heeft Roden op muzikaal gebied zeker mede op de kaart gezet; naast de Vrijbuiter is het koor een van de belangrijkste handelsmerken van ons dorp geworden.
Enkele keren heb ik met hem mogen samenwerken in een dienst. Een daarvan zal ik niet gemakkelijk vergeten: een Evensong op de memorabele datum 2 juli 2000: de finale van het WK voetbal. Op de orde van dienst had Bouwe laten afdrukken “Evensong before the match”. Helaas was Nederland gestrand in de halve finale, maar dat was nog nog niet bekend toen de liturgie werd gedrukt.
Voordat de Evensong begon namen we samen in de kerkenraadskamer nog even de teksten door die ik solo moest zingen bij de gebeden. Bouwe was niet helemaal tevreden met mijn uitspraak. “Je hebt zeker veel Amerikaanse soaps gezien”, was zijn commentaar. Zo leerde ik op de valreep bijvoorbeeld dat ‘Lord’ moest worden gezongen als “Lôôrduh”.
We blijven Bouwe Dijkstra gedenken als een bijzonder persoon, wiens naam verbonden zal blijven aan de muzikale traditie van Roden en Nederland.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Felicitatie

Rondom feestelijke gebeurtenissen zijn in de loop van de tijd bepaalde gewoonten ontstaan. Een verjaardag bijvoorbeeld wordt nog niet zo heel lang gevierd in ons land, las ik ergens. Het versturen van wenskaarten begon ergens aan het einde van de 19e eeuw in ‘gegoede kringen’; met het algemener worden van het versturen van post werden er vaker wenskaarten of brieven verstuurd ter gelegenheid van een heugelijk feit. Pas in het begin van de vorige (20e) eeuw is men ermee begonnen om het uitgebreider te vieren in familie- en vriendenkring.
In het archief van mijn opa trof ik een schrift aan met vakantieherinneringen.  Die dateren uit 1907; opa was toen 16 jaar oud. In de periode die hij beschrijft, was zijn moeder jarig. Daar werd bepaald geen groot feest om gevierd. ’s Morgens wordt ze door man en kinderen gefeliciteerd en ontvangt “enkele cadeaux” en zingt men haar toe. “Lang zal ze leven” was kennelijk nog niet in beeld, want de tekst van het verjaardagslied luidt:
Moeder is jarig
wat zijn we nu blij
Dat God haar moog’ sparen
voor u en voor mij.
De Schepper hierboven
die alles zo geeft
wij danken U allen
dat moeder nog leeft.”
Overigens werd moeder toen 41 jaar; en ze heeft het ook nog wel een tijdje volgehouden, dus dat ‘nog leeft’ viel wel wat mee.
Over goede wensen gesproken: de leukste (of meest onthutsende?) wens kregen wij toen we 25 jaar getrouwd waren. Een gemeentelid had een mooie bloemenkaart voor ons uitgezocht, maar blijkbaar niet helemaal op de tekst gelet. Er stond namelijk op: “Van harte beterschap”…

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Brief uit Leiden

Al eerder vermeldde ik de enorme hoeveelheid briefjes met familiegegevens die ik in de dozen met het archief van mijn grootvader vond. Onlangs trof ik een ver familielid, die ook in Roden woont. Ik vertelde hem van mijn speurtochten in de foto’s en gegevens; hij wist zich nog te herinneren dat mijn grootvader altijd “van die kleine briefjes” bij zich had, waarop hij alles noteerde wat hij aan familiegegevens te weten kwam op een verjaardagsvisite of bij een andere gelegenheid. Die kom ik dus met regelmaat tegen.
Het is soms vermakelijk wat ik aantref. Bijvoorbeeld een briefje uit 1941 van een oom van opa uit Leiden, aan wie hij blijkbaar het verzoek gericht had om namen en geboortedata van kinderen en kleinkinderen.
Enkele gedeelten uit de brief die hij retour kreeg [ongecorrigeerd geciteerd]:

Leiden 5-11-1941
Waarde Neef bij deze laat ik u weten dat ik beloofd heb dat ik u zou schrijven de geboorteregister van mij vrouw, kinderen en kleinkinderen ik had al eerder geschreven maar volgens de kinderen zeijen dat ze allen in het concentratiekamp zouden terecht komen de een was zijn trouwboekje kwijt en de anderen waaren zoek dus dat was oponthoud maar ik ben zoo ver klaar op een na en dat is ….. die weet niet eens wanneer de kinderen jarig zijn en nu begin ik. [Dan volgt een hele rij namen en data van de familie] 
En de jonste kom ik niet thuis want zijn vrouw erken ik niet als schoondochter want die deugt niet.
Nu wij maken het allen goed en wij hopen van u hetzelfde. (…..) Tante carolina is weer thuis maar haar been in de gips zij huppelt een beetje maar dat komt wel weer in orde als die benauwde tijd maar weer achter de rug is nu ik wensch u allen gezondheid en voorspoed en de gehele familie van Beieren.”

 

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Appelmoes

Om eens een van mijn zwakheden op te biechten: ik ben een groot liefhebber van appelmoes. Vooral van goudrenetten, waarbij er geen schep suiker doorgaat. Gewoon ‘pure’ appelmoes. Daarvoor trotseer ik de opmerkingen die ik van onze kinderen krijg en let niet op de schuine blikken waarmee de kleinkinderen naar mijn bord kijken, als ik naast de spruitjes, bloemkool of andere groenten wat appelmoes opschep.
Er zijn gerechten waarbij appelmoes niet door mij gegeten wordt; bij pasta’s of roerbak, laat staan bij chinees eten, laat ik het achterwege.  Ook voor mij zijn er grenzen aan wat te combineren valt.
Onlangs meldde onze groenteboer, dat hij niemand in het dorp kent die zoveel appelmoes eet als ik. Ik weet niet of ik daar trots op moet zijn….
Een probleem hebben jarenlang de vakanties gegeven. De meegebrachte voorraad van een paar kleine potjes is nooit toereikend. Maar in een Franse of Italiaanse supermarkt was de appelmoes voor mij onvindbaar. Totdat ik toevallig in een buitenlandse winkel de potjes appelmoes ontdekte. Bij de babyvoeding… Tja.
Overigens ben ik ook dol op stoofpeertjes en rabarber. Bij de laatste doe ik er wel wat suiker door.
Merkwaardige smaak als het om warme maaltijden gaat? Misschien wel. Maar voorlopig trek ik me niets aan van wat anderen ervan vinden. Ik eet eigenlijk altijd lekker!

Geplaatst in Uncategorized | 3 reacties