Onlangs hebben we nieuwe fietsen aangeschaft. Zoals dat gaat met iets nieuws, wil je er zeker van zijn dat het niet gestolen wordt. En mocht dat toch het geval zijn, dat je het verzekerd hebt. Dus hebben we zowel goede sloten en een stevig kabelslot aangeschaft en voor ze zekerheid ook een verzekering tegen diefstal afgesloten.
Het is me ooit één keer gebeurd dat mijn fiets gestolen werd. Die stond bij de kerk gestald tijdens een vergadering. Toen ik na afloop naar buiten kwam, bleek mijn fiets er niet meer te staan. Eerst vraag je je af of je hem niet ergens anders had neergezet. Daarna of je toch niet met de auto was gekomen. Maar als alle mogelijkheden uitgesloten zijn moet je je er wel bij neerleggen dat er sprake is van diefstal.
Dat is in een dorp iets anders dan in een stad. Jongeren zijn er daar aardig aan gewend. Zelfs al heb je je fiets driedubbel op slot staan en is de fiets eigenlijk niets meer waard – in de stad blijft het roofgoed. Een oud grapje is, dat één van de eerste vragen bij aangifte van diefstal van je fiets is: “Waar heb je het rijwiel zelf gestolen?”
Van de diefstal van mijn fiets heb ik geen aangifte gedaan; het leek me de moeite niet waard. Het enige dat ik me er nog van herinner is, dat ik kwaad was. Nog niet eens zozeer omdat mijn fiets weg was, maar meer nog omdat ik naar huis moest lopen…
Een bizar geval van diefstal overkwam me in de stad Utrecht. We fietsten daar wat rond en gingen een kopje koffie drinken. Omdat we het zicht hadden op onze fietsen, gestald op een brug, had ik het kabelslot maar achterwege gelaten; dat zat onder de snelbinders, compleet met sleuteltje erin. Toen we weer zouden wegrijden bleek de fiets er nog wel te staan – maar het slot was gestolen! Meestal is het andersom.
Overigens doet me het stelen van een fiets bij de kerk denken aan een ander (oud) grapje. Na afloop van een dienst van de Pinkstergemeente riep een man uit: “Ik kan weer lopen!”. Een mede Pinksterbroeder zei: “Halleluja, broeder! Hoe is dat wonder geschied? “Waarop de man antwoordde: “Niks wonder… Ze hebben m’n fiets gejat!”
Wij hopen voorlopig zonder narigheid te kunnen genieten van onze nieuwe fietsen.