Het was me het jaartje wel in de familie van BB&H. Vijf keer moest er afscheid worden genomen van een familielid. Alhoewel de laatste keer niet de meest verdrietige was: we deden op de valreep van de jaarwisseling een oom uitgeleide die heel positief in het leven stond, helemaal vrede had met het feit dat het ten einde liep en omringd door de kinderen dankbaar heenging. “Het was goed, zo”, vond hij zelf en ook de kinderen konden hem in vrede laten gaan. Hij werd 91 jaar oud, een wel heel erg mooie leeftijd. “Niet bepaald in de wieg gestikt”, zoals onze opa Kraak gezegd zou hebben…
We kwamen bij elkaar in het Westen van het land, waar de afscheidsdienst zou plaatsvinden. De begraafplaats was midden in een prachtig duingebied gelegen, maar de aula was zwaar gedateerd. Muren van wit marmer, grijs dooraderd. Voor het podium een blauw gordijn, waarachter zich van alles afspeelde wat voor ons wel te horen maar niet te zien was. Tegen een muur een hoge palmachtige plant, waarvan de bladeren in diepe treur strak naar beneden hingen. “Geheel in stijl”, fluisterde de neef naast mij.
Langzaam ging het gordijn open, alsof er een voorstelling ging beginnen. De dienst was overigens mooi en passend bij de oom van wie we afscheid namen. De herinneringen door een kleinzoon en de kinderen waren treffend, herkenbaar voor iedereen en niet van humor ontbloot. Ook dat paste trouwens uitstekend bij de oom. De zoon liet een kartonnen bord zien met de tekst “Welkom thuis”, dat ooit dienst gedaan had toen de oom uit Ned. Indië terug was gekomen. Hij legde het vervolgens op de kist en het zou mee het graf ingaan. Een treffend gebaar: welkom thuis.
Na de dienst liepen we naar het graf, waar de predikant de plechtigheid afsloot. Een ontroerend moment was toen een neef uit een andere tak van de familie, in het bezit van een echte ramshoorn, ‘de sjofar blies’: het teken waarvan de bijbel vertelt dat het de messiaanse tijd zou aankondigen. Daarna mochten de achterkleinkinderen bloemen in het graf gooien en vertelde de oudste zoon aan de achterkleinkinderen dat ze allemaal een schep zand in het graf mochten werpen als teken dat we opa echt gingen begraven. Hijzelf deed het voor, met de woorden: “Jullie weten dat opa erg hield van het strand…”; toen het zand met een duidelijk hoorbare plof op de kist terecht kwam, voegde hij eraan toe: “En opa hield van een hoop lawaai.” De kinderen kweten zich enthousiast van hun taak, waarna we een laatste groet brachten en weer naar de aula gingen. Daar kregen we koffie en spraken we wat met de neven en nichten, totdat ons te kennen werd gegeven dat degenen die van ver waren gekomen uitgenodigd werden om naar een restaurant mee te gaan voor een familiebijeenkomst als afsluiting van de dag. Intussen kwamen de koffiejuffrouwen al met bezems aan, zodat we de indruk kregen dat we de zaal uitgeveegd zouden worden…
De bijeenkomst in het restaurant was ronduit gezellig, zoals dat eigenlijk altijd zo is wanneer we afscheid hebben genomen van een oude oom of tante. We brachten een toost uit op de oom en op het leven. De neven en nichten ontmoetten elkaar weer en praatten bij; herinneringen werden opgehaald aan de oom van wie we afscheid hadden genomen. En we maakten kennis met een aantal van de kinderen van onze neven en nichten in het Westen, die we verder nooit treffen. Eén minpuntje kan ik slechts noteren: een nichtje vond dat ik steeds meer op onze opa ging lijken. Een half jaar geleden zei een vriend van mijn vader nog dat ik zo op mijn vader leek, maar nu waren we toch al een generatie verder terug. “Nou ja, verder ben ik gelukkig goed gezond”, mompelde ik maar.
Toen we weer naar huis terug reden, zeiden we tegen elkaar: “het was een vrolijke begrafenis.” En dat kun je bepaald niet altijd zeggen.
-
Theo van Beijeren Bergen
en Henegouwen -
Recente berichten
Recente reacties
- Ada Waninge-Vrieswijk op Gastblog Johan
- Heerlijk avondje | DAGBOEK VAN EEN HERDERSHOND op Pepernoten
- Ada Waninge-Vrieswijk op Veertig jaar in het ambt
- Theo op Herdenken
- Ada Waninge-Vrieswijk op Gastblog Sippie
Archieven